"(...)Helaas vormde de autonomie van de verbeelding van de romanschrijver altijd al Kousbroeks blinde vlek. Blijvend dubieus is zijn guerrilla tegen Jeroen Brouwers' roman Bezonken rood. Brouwers hield zich in die roman, over een jongetje en zijn moeder in een jappenkamp, volgens Kousbroek niet aan de historische feiten, want er hadden nooit wachttorens rond jappenkampen gestaan, en aan zekere wrede praktijken, zoals beschreven door Brouwers, had de Jap zich nooit schuldig gemaakt. Brouwers had die dingen niet mogen verzinnen, concludeerde Kousbroek, en begon een langdurige inquisitie.
Als Kousbroek er zoveel waarde aan hecht dat feiten in romans moeten kloppen met feiten buiten die romans, waarom heeft hij zijn klacht dan beperkt gehouden tot Bezonken rood en bijvoorbeeld niet Nooit meer slapen van W. F. Hermans om dezelfde redenen afgekeurd? Gerrit-Jan Zwier schreef eens in NRC Handelsblad over de bevindingen van lange-afstandlopers die het spoor van Hermans' hoofdfiguur Alfred Issendorf hadden gevolgd in de Noorse woesternij. Hermans had in Nooit meer slapen van de geografische gegevens een potje gemaakt, was hun conclusie. (...) Nooit iets gehoord van Kousbroek over Hermans' vrijelijk vervormde feiten. (...)"

Uit: Naar de rechter!  in Landschap met klein vuil,
door Joost Zwagerman (blz.122/123)
Amsterdam/Antwerpen, De Arbeiderspers, 2001