Dames en heren, Hoe kan je in een laudatio van
twintig lijnen die maximaal twee minuten mag duren een schrijver vangen wiens oeuvre meer
dan twee keer dat aantal lijnen omvat?
Niet, dus.
Het is zelfs onmogelijk in zeventien lijnen (mijn voorraad slinkt zienderogen) de
kwaliteiten te roemen van het 488 bladzijden lange feest waarop de lezer van Geheime
kamers wordt getracteerd. Ik kan deze roman, mèt de critici, slechts betitelen als
een hoogtepunt in het omvangrijkde werk van Brouwers, volgens sommige recensenten het
meesterwerk.
Zelfs de critica [sic!] die Brouwers met het woord 'zuursmoelreptiel'
neersabelde, steekt de loftrompet over wat zij [andermaal: sic!] omschrijft als
de wederopstanding van de schrijver.
Voor Brouwers is het schrijven van een roman een bezoeking. Zes jaar nam de
inrichting van Geheime kamers in beslag, en nog zette Brouwers het finale punt
niet met voldoening.
Wat de schrijver in zijn hoofd heeft is altijd beter en mooier dan wat op papier
staat.
Toch weet Brouwers dat hij deze keer iets uitzonderlijks heeft geconstrueerd.
Vroeger zei hij eens* over een pasverschenen boek dat hij de nieuwe
Brouwers niet meer zelf zou kopen; nu zegt hij: maar déze Brouwers wel**.
Ik kan niet met dezelfde kennis van zaken over een roman oordelen als Jeroen
Brouwers, maar ik voel dat dit literatuur is. Ik geniet van de kunst die deze literatuur
is.
Schrijvers kennen die je groeten is in Vlaanderen belangrijker dan schrijven, zei
Brouwers ooit***.
Meneer Brouwers, ik ben geen schrijver, maar het is mij een grote eer mijn hoed
voor u af te nemen.
Ik heb een gelukkige week achter de rug.
Een week waarin het onomstootbaar bewijs dat je decennia geleden niet afgeschreven
hèbt, samenviel met de verheugende bevestiging dat je nog niet afgeschreven bènt.
Dank u.
* Brouwers schreef dit zelfs, in Het is niets (op
blz. 84) in een tussen haakjes gezet: "Als ik niet zelf Jeroen Brouwers zou zijn, zou
ik als 'gewone lezer' 'de nieuwe Brouwers' niet meer kopen, precies zoals ik zelf 'de
nieuwe Reve' niet meer koop: ik kèn dat oeuvre nu wel (...)"
** In een interview met Jeroen Vullings (Vrij Nederland,
14 oktober 2000). Brouwers vervolgt, over bovenstaand citaat: "Dat heb ik gezegd na De
zondvloed, twaalf jaar geleden. Ik was de slaaf van mijn eigen literatuuropvatting
geworden: het moest geconstrueerd, barokkig, gelaagd, hecht doortimmerd, ieder detail had
zijn functie. Nu tracht ik luchtiger te schrijven, niet meer zo zwaar."
*** Ook dit schreef Brouwers, en wel lang geleden -1969!- in Geboorte
(Groetjes uit Brussel, blz. 48). In de herdruk in Mijn Vlaamse jaren is
het te vinden op blz. 41.
(Transcriptie en bescheiden annotatie door Eric Geevers) |