In de HP/De Tijd van 9 maart 2001 staat het artikel Dietz spreekt.
"Hij vertrok tegen zijn zin als directeur
bij De Arbeiderspers, nadat het personeel zich tegen hem had gekeerd en zijn baas hem had
laten vallen.
Voor het eerst doet Ronald Dietz nu zijn
verhaal."
Niet verwonderlijk dat Jeroen Brouwers ter sprake komt. Enkele citaten.
De afbeeldingen die hier stonden, scans van o.a. een
pagina met daarop een foto van Dietz en Brouwers en een grotere scan van deze foto, zijn
op verzoek van fotograaf Klaas Koppe door mij verwijderd om redenen van copyrights. Dat is
jammer, maar als vervaardiger van deze prachtfoto's staat hij natuurlijk geheel in zijn recht - en het waren (moest ik ook
toegeven) nog beroerde scans ook. Mijn excuses.
Als uitgever hoor je toch te allen tijde voor je succesauteurs klaar te staan? "Nee meneer, dat idee spruit voort uit een negentiende-eeuwse kunstopvatting: alles voor de kunst, amen. Maar nu komt het vooral aan op tweerichtingsverkeer met je auteurs, waarbij je de literaire grootheid van hun werk vooral niet moet verwarren met de marktkansen ervan. Die twee zaken kunnen vér uiteenlopen, en dat moet je communiceren." U hebt ten minste één van uw voormalige auteurs, Jeroen Brouwers, met die houding tot razernij gebracht. Hij wijdde zelfs een van zijn 'Feuilletons' aan u onder de titel 'Extra-edietzie'. "Jeroen Brouwers placht te zeggen dat je als uitgever álles van je auteurs moet kunnen verdragen. Een voorwereldlijke tralala. In zijn geval bedoelde hij dat inclusief de beledigingen, tijdelijke depressies en repressies, de aanvallen van achterdocht en waanzin." |
"Brouwers die mij dan
om twee uur 's nachts opbelde met die nasale dronkemansstem: 'Jij zult mij ooit eenmaal
verraden, Ronald, net zoals alle anderen'. Vervolgens hoorde je hem dwars door zijn
salontafel kukelen, waarbij de telefoonhoorn met veel glasgerinkel door de ramen sloeg. Als Brouwers niet aan schrijven toekwam, moest ik hem pamperen. Als hij jeremieerde over zijn gebrek aan geld, moest ik zijn mecenas zijn of zijn oud zilver oppoetsen in de vorm van weinig kansrijke heruitgaven. Als hij huilde over zijn kwellingen of onbegrepenheid, moest ik zijn troostengel zijn. Dag en nacht lag hij aan de hoorn om zich te beklagen. Op een gegeven moment ben ik naar hem toegegaan om hem duidelijk te maken wat in mijn vermogen lag en wat niet. Hij zei dat hij het begreep en sprak met mij af er niet meer zo op terug te komen." |
"Maar een week later kreeg ik weer een brief waarin hij weer van voren af aan begon en dreigde met opstappen als ik niet metéén dit en dat. Brouwers schreef 'meteen' altijd met accenttekens. Hij had al die ellende nodig om zichzelf op te kunnen starten. Dat is mooi voor de kunst, maar een uitgever slijt eraan op. Ik heb op een gegeven moment niet meer op zijn hysterische dreig- en scheldbrieven gereageerd en in consequentie kwam ik natuurlijk niet meer als overigens al opgezegde uitgever opdagen op de voor hem belangrijke momenten. Toen heeft hij zijn vet proberen te halen in lachwekkende en uiterst bedenkelijke pamfletten." |
Lachwekkend en uiterst bedenkelijk, jaja. Makkelijk hoor, om te zeggen dat een pamflet 'uiterst bedenkelijk' is. Dat hoef je verder niet inhoudelijk toe te lichten, zeker niet als je de schrijver toch al hebt beschreven als een hysterische, drankzuchtige, zielige idioot. Lachwekkend is natuurlijk vooral de opmerking over het 'oppoetsen' van het 'oud zilver' van Brouwers in de vorm van 'weinig kansrijke' heruitgaven: uiterst lachwekkend - aangezien vrijwel alle romans van Brouwers sindsdien zéér (met accenttekens) succesvol zijn heruitgegeven door Atlas.
|
Tja. Het is me wat. Overigens valt de naam Jeroen Brouwers elders in hetzelfde 'boekenspecial'-nummer van HP/De Tijd nòg eens. In het artikel Die verdomde roman (geschreven door Boudewijn van Houten), dat draait om de 'merkwaardige overschatting van het genre' roman, staat: "Auteurs die ernstig genomen willen worden, schrijven dan ook de ene roman na de andere, zelfs als ze niets te vertellen hebben dat om dat genre vraagt. Jeroen Brouwers is daarvan uiteraard een prachtvoorbeeld. Hij schreef welgeteld één geslaagde roman, Bezonken rood, en nog een tiental romans waarvan hij ook zelf moest toegeven dat er niets in stond en dat hij ze persoonlijk niet zou gaan lezen. Je zult er maar mee opgescheept zitten! De uitgeverij verramsjte ze allemaal in één klap." |
Wat zeggen we dáárvan?
"Welgeteld één geslaagde roman", "en nog een tiental romans" die
nota bene door de uitgeverij "in één klap" werden verramsjt. |
Deze pagina's zijn gemaakt door:
Eric Geevers